Support voor STAPP

Ervaring leert dat als de STAPP op een tablet wordt aangeboden, ook mensen met forse cognitieve stoornissen hiermee aan de slag kunnen. Eerst begeleidt door de logopedist, en op den duur steeds meer zelfstandig. Soms is het dan alleen nodig om even te helpen met inloggen en opstarten.

Ja. Om te weten wat voor een specifieke persoon een moeilijke oefening is, is het goed te weten welke taalfuncties aangedaan zijn. Op zowel fonologisch, als semantisch niveau zijn er zowel eenvoudige als uitdagende oefeningen, zoals bijvoorbeeld het bedenken van een synoniem. Ook zijn er oefeningen op zins- en tekst niveau.

Een voorbeeld van een meer uitdagende oefening voor iemand met lichte problemen in verwerking van klanken is bijvoorbeeld een auditieve begripsoefening met 3 fonologische afleiders.

Voorbeelden van een meer uitdagende oefening bij lichte woordvindproblemen zijn oefeningen zoals het bedenken van synoniemen, het opnoemen van zoveel mogelijk woorden binnen 1 minuut, het vertellen uit welke relatie 2 afbeeldingen bestaat bij de oefening 'Betekenisrelaties' of het samenvatten van een gelezen verhaal.

De moeilijkheidsgraad kan bij spraakapraxie op vele manieren worden bepaald. De oefeningen voor spraakapraxie kun je vinden bij mondelinge productie- doelbewuste spraak. Daar kan er gekozen worden voor oefenitems met een hogere articulatiecomplexiteit, zoals woorden met clusters en woorden met meer lettergrepen. Ook kan je kiezen voor een oefening zonder afbeelding en kan je het aanbod van hulpknoppen verlagen (bij de algemene oefeninstellingen).

STAPP heeft geschikte oefeningen voor elke taalmodaliteit (spreken, schrijven, begrijpen en lezen), waarmee ook op vaardigheidsniveau kan worden geoefend. Hiervoor is een diagnose van de onderliggende stoornis(sen) niet perse nodig, een hypothese kan helpend zijn. Voor de ernstige aangedane persoon met afasie en/of spraakapraxie zijn speciale deblokkeeroefeningen (automatische reeksen) beschikbaar gemaakt. Voor de personen met een lichtere fatische stoornis zijn oefeningen met synoniemen en/of omschrijvingen passend, waarbij de pma bijvoorbeeld een woord moet benoemen aan de hand van een synoniem/omschrijving of een afbeelding moet omschrijven zonder het woord te noemen.